De Blekinge Eka van Andre Ligthart Schenk

In de vaete, een drinkput voor het vee in de wei achter ons huis (Noord Beveland) liet ik mijn eerste bootjes te water: klompen, de zool nog net niet doorgesleten, met een platgeslagen groenteblik eronder als kiel en een stukje oud laken als zeil. In diezelfde wei liet ik mijn zelfgemaakt vliegers op van latjes, touw en bijna doorzichtig vliegerpapier, vastgelijmd met Gluton (die geur!). Van touw en hout heb ik mijn hele leven ‘dingen’ gemaakt. Met geld dat ik tijdens mijn vakantiebaan als havenmeester in de jachthaven van Veere verdiend had (1963) kocht ik een zeilboot: een gammel eiken knikspantje van 5 meter. Het Veerse Gat was net afgesloten. Ik heb daar 10 jaar gevaren, er veel aan het bootje opgeknapt.

Toen ik 30 jaar later mijn pensioen zag naderen ben ik een 10 daagse cursus ‘overnaads’ bij de Bootbouwschool gaan volgen om te ontdekken of ik het zou aandurven, zelf een bootje bouwen. Ja dus. Daarna een cursus uitslaan van tekeningen en een inleiding in het zeilmaken. Sinds 2001 heb ik vier boten/bootjes gebouwd: een overnaads vletje van 3 meter, een overnaadse Whitehall roeiboot van 5 meter, de Blekinge eka ‘op eigen houtje’ en de Kinderdijker hoogaars ‘Saeftinghe’ van 7 meter.

Mijn werkplaats was een gedeelte van een koeiestal, koud beton, nauwelijks daglicht. Toen de boer zijn boeltje verkocht ben ik op zoek gegaan naar een comfortabele werkplek. Het werd een dubbelwandige tweedehands Romneyloods van 5 x 10 meter, die ik heb laten zetten op een stukje grond dat ik huur op het terrein van een voormalige steenfabriek.

Klassieke zeilboten hebben vaak een prachtige vorm. Vooral visserbootjes hebben me altijd gefascineerd: zeewaardig voor hun grootte en vaak een schitterend zeilplan. Om zulke vormen te maken in een materiaal waarmee ik affiniteit heb, bouw ik houten boten. De kont van de Blekinge eka! Schitterend toch? En de kop van dat hoogaarsje en de spiegel en slanke vorm van de Whitehall! Ik zeil met veel plezier, maar in de eerste plaats ben ik toch eigenlijk een bouwer.

Het bouwen van houten boten heeft me heel veel gebracht. Ik leerde mezelf (beter) kennen, mijn ongeduld en slordigheid soms. Ik ontdekte ook hoe leuk ik het zeilmaken vind. Na de korte cursus bij de Bootbouwschool heb ik een oude Pfaff trapnaaimachine op de kop getikt, waarmee ik een aantal zeilen en dektenten gemaakt heb.

Door mee te doen aan de Noorder Raid, door het verslag van de bouw van het hoogaarsje op de site van Bert Reyntjes (de Bootbouwer) en het artikel in Spiegel der Zeilvaart, jrg 36 (2012) nr 1, blz. 7 – 13, heb ik een aantal aardige en interessante mensen leren kennen.

http://www.bootbouwer.nl/koppeling.html?ref=/hoogaars.html#/koppelin g.html
http://www.natuurlijkvaren.nl/film/noorder-raid-2009/

De Blekinge eka
Toen de Whitehall klaar was wilde ik een zeilboot bouwen. Het moest een klassiek, traditioneel gebouwd bootje zijn, niet te groot, geschikt om te roeien. Boeken over Nederlandse, Engelse, Ierse, Deense traditionele schepen gekocht, geleend. Het internet afgegraasd. Ik wilde geen traditioneel ontwerp dat door een scheepsarchitect is aangepast, hoe goed de ontwerpen van Oughtred en Vivier ook zijn. ik wilde toch iets stoerders en zwaarders bouwen. Overnaads, want dat vind ik een prachtige bouwwijze, maakt mooie vormen mogelijk. En dan is het wachten tot je ‘de ware’ tegenkomt. De ware is altijd een combinatie van de mooiste en de beste. Op de site van Bertil Andersson http://batritningar.se/en/boatplans met meer dan 100 tekeningen van boten van de Oostzee en de Zweedse kust kwam ik er een paar tegen die in aanmerking kwamen; de loodsboot Skum (tekening 33), en twee Blekinge Eka’s. De Skum viel af omdat ik hem wel erg groot vond (6 meter). Tekening nr 14 van een 14 voets Blekinge Eka vond ik van de Blekinge Eka’s het mooist. Hieruit is ‘op eigen houtje’ gegroeid.

0147   noorderraid1

Plaats een reactie